Opstelling 1-4-3-3 punt naar achteren
In Nederland spelen de meeste team het 1-4-3-3 systeem. Er zijn natuurlijk tal van mogelijkheden om spelers neer te zetten. Zo kan je de linksback (5) en de rechtsback (2) dieper zetten of juist in laten zakken. Je kan ervoor kiezen om een centrum verdediger (3 en 4) door te laten schuiven of juist voor elkaar te laten spelen. Je kan de spits (9) juist diep of meer naar achteren laten spelen. De buitenspelers (7 en 11) kunnen het veld breed houden of juist naar binnen toe komen. Ook de invulling van het middenveld (6, 8 en 10) kan verschillen.
In deze opstelling speelt de ploeg met de punt naar achteren. De middenvelder (10) die het dichtsbij de verdediging staat zorgt voor de verdedigende acties of kan juist als spelverdeler fungeren. De linksmidden (8) en rechtsmidden (6) zijn de meer vooruitgeschoven middenvelders. Soms is het zo dat de linksmidden (8) of rechtsmidden (6) nog meer naar voren speelt richting de aanvallers (7, 9 en 11). Op die manier is de afstand iets kleiner dan bij een plat middenveld en kan de middenvelder met de punt naar achteren perfect spelen tegen een tegenstander met de 1-4-3-3 punt naar voren. Het nadeel van dit systeem kan zijn dat de rechtsmidden (6) en linksmidden (8) weinig verdedigende handelingen verrichten waardoor de tegenstander makkelijk kan scoren. De afstand tussen de middenvelders (6, 8 en 10) onderling is ook groter dan bij een 1-4-3-3 met een plat middenveld.